Genres: Classicisme | Neoclassicisme | Romantiek
Componisten/uitvoerenden: Felix Mendelssohn Bartholdy | Franz Liszt | Pjotr Iljitsj Tsjaikovski | Sergej Prokofiev | Wolfgang Amadeus Mozart
Opnametechniek: Wijnand de Groot
“Schoenmaker blijf bij je leest” is nooit het motto van Amsterdam Sinfonietta geweest.
Nieuw Sinfonietta Amsterdam, zoals Amsterdam Sinfonietta vroeger heette, duikt in zijn beginjaren vaak in onze concerten op. In hun programma’s bestrijken ze vaak een breed scala aan tijden en stijlen. Juist rond 1990, toen de “authentieke” uitvoeringspraktijk het definitief leek te winnen, blijven zij alles spelen. Ook in dit concert spelen ze weer stukken van Mozart tot Stravinski en alles wat daartussen zit.
Mozarts Symfonie in A KV 201 is geknipt voor een klein orkest als dit, en met zijn rococo-vrolijkheid zeer geschikt als opener. Ook zijn Hoboconcert zal mensen over het algemeen niet somber stemmen.
Van Mendelssohn kent iedereen wel de Italiaanse symfonie, maar zijn negende symfonie? Heeft hij er zoveel geschreven? Jazeker. Maar zijn Negende symfonie in c schreef Mendelssohn als tiener. Na twaalf symfonieën voor strijkorkest, en een fragment van een dertiende, ging Mendelssohn symfonieën voor groot orkest componeren. Daarbij begon hij opnieuw te tellen, want nummer 1 t/m 12 beschouwde hij als ‘jeugdzonden’. Nergens voor nodig, want het is uitstekende muziek waarin de componist eens te meer zijn vroegrijpheid toont.
Het Concert in D voor strijkorkest van Stravinski, ook bekend als het “Baselse concert” omdat het in opdracht van Paul Sacher voor het Basler Kammerorchester werd geschreven, stamt uit 1946. Het laat Stravinski horen zoals we hem kennen: onsentimenteel, neoklassiek, altijd bereid tot experiment maar ook weer niet al te gek. Van zijn “bekering” tot de twaalftoonsmuziek, die een paar jaar later plaatsvond, is in dit werk nog niets te merken.