Na vier concerten komen de leden van het Quatuor nog één keer samen om Beethoven te spelen. Zijn allerlaatste kwartet.
Eén strijkkwartet maar vandaag. Het is een beetje een anticlimax, na het volle programma dat we op het vierde concert hadden. Hetzelfde geldt voor de muziek: na de mateloze hemelbestormende experimenteerdrang in de kwartetten nummer 14 en 15, waarin Beethoven alleen nog met God leek te kunnen communiceren, lijkt nummer 16 ineens heel conventioneel. Een kwartet met vier delen volgens een relatief normaal schema, in F-groot, een toonsoort die traditioneel geassocieerd wordt met de lente en jeugdige onschuld.
Maar de muziek is niet zo onbevangen. Beethoven had in deze tijd grote problemen met zijn neefje Karl, over wie hij de voogdij had. Na diverse ruzies deed de jongen een zelfmoordpoging. Uiteindelijk stond Beethoven toe dat hij naar de militaire school ging, iets wat hem altijd verboden was. Ook zijn fysieke gezondheid ging achteruit. Voor het vierde deel staan de raadselachtige woorden “Muss es sein? – Es muss sein!” We weten niet waar Beethoven op doelde en of hij het wel serieus meende, maar de woorden hangen voor altijd als een schaduw over zijn laatste kwartet.
Beethovens laatste kwartet was ook meteen zijn laatste volledige compositie. Toch is dit strijkkwartet geen open einde. Wat hij nog componeerde – of schetste – in de maanden nadat dit werk klaarkwam, wijst erop dat hij zich weer op andere genres wilde gaan richten. Blijkbaar moest dit het maar zijn…