Jan Vriend, lid van de ‘stille generatie’, laat zijn 65e verjaardag niet in stilte voorbijgaan.
De generatie die in de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog geboren werd, wordt nogal eens de ‘Stille Generatie’ genoemd. Ze staan een beetje tussen de Grootste Generatie en de Babyboomers in: te jong om in de Wederopbouw te hebben meegedaan, te oud om in de jaren zestig mee te protesteren.
Componisten uit die tijd zitten ook een beetje tussen twee werelden in. De componisten van de Grootste Generatie waren de ruggengraat van de avant-garde in de jaren vijftig. Later, toen de babyboomers gingen componeren, had men het helemaal gehad met die avant-garde en werd er weer tonaler gecomponeerd. Maar iemand uit 1938? Vriend had zowel traditionele (Anthon van der Horst) als moderne leraren (Ton de Leeuw). Moest hij zich nou tegen het modernisme afzetten of niet? In de polemieken die er in de jaren zeventig werden gevoerd, was er weinig plaats voor zijn genuanceerde muziek. Net als bij de School van Darmstadt heeft iedere noot haar eigen plekje en wordt de methode geanalyseerd tot het pijn doet. Maar anders dan bij de Darmstedelingen mag Vriends muziek ook al eens mooi zijn. Of herkenbaar. Introitus uit 1969 is een typisch postmodern werk in de collagestijl – muziek over muziek. Een werk als Heterostase of Gravity’s dance tapt uit een heel ander vaatje.