Genres: Classicisme | Neoclassicisme
Componisten/uitvoerenden: Béla Bartók | Wolfgang Amadeus Mozart
Opnametechniek: Wijnand de Groot
Mozart is al meer dan twee eeuwen topfavoriet – niet alleen bij het publiek maar ook bij musici. Wat zoeken we met zijn allen achter de Oostenrijkse klassieker?
Voor de neoclassici, de componisten uit de jaren twintig en dertig, was het antwoord simpel. Mozart en zijn tijdgenoten stonden voor klaarte, voor verteerbare muziek op menselijke maat, voor alles wat de romantiek niet was. Het is dan ook geen toeval dat Bartók kiest voor de titel Divertimento: een divertimento was in Mozarts tijd een stuk voor vermaaksdoeleinden en niet zozeer voor artistieke expressie.
Dat kunnen we niet zeggen van Mozarts negende pianoconcert, het andere werk op het programma. Bij Mozarts pianoconcerten was het luisteren geblazen. In de eerste plaats naar de solist – vaak Mozart zelf, bij dit concert ook Victoire Jeunehomme, voor wie het geschreven is. En in de tweede plaats naar de compositie. Mozart was 21 toen hij dit stuk schreef, en musicologen wijzen vaak naar dit stuk als het eerste echt geniale werk van Mozart. Al meteen aan het begin, wanneer de piano “veel te vroeg” inzet, hoor je dat dit geen concert als alle andere wordt. Bijna tweehonderdvijftig jaar later klinkt dit werk nog altijd fris, en steekt het nog net zo hoog boven de middelmaat uit.