Krontjong is de soundtrack van de Indische koloniale tijd. Waar past zulke muziek beter dan in Den Haag, de ‘weduwe van Indië’?
‘Arm Den Haag dat is toch erg, dat jij maar niet vergeten kan / de klank van krontjong en van gamelan’, zo zong Wieteke van Dort ooit. Tijdens het Tong Tong Festival hoeft de stad die klanken ook helemaal niet te vergeten, want een keur aan krontjong- en gamelanmuzikanten, vaak uit Indonesië zelf, is hier opgetrommeld. Zo horen we hier het Orkes Keroncong Alunan Jakarta, zoals de naam al zegt een krontjongorkest uit de hoofdstad.
Krontjong ontstond al vroeg in de koloniale tijd, toen Javanen de muziek van de Portugezen aan hun eigen smaak gingen aanpassen. Rond 1900 werd het een rage, zowel in Nederlands-Indië als in Maleisië. Geen wonder dat we deze muziek associëren met tempo doeloe en het verloren Indische paradijs. Maar ook de nationalisten maakten hun eigen krontjongliederen. Hoe koloniaal deze Europees-Indische mengmuziek ook was, ze wilden er niet van scheiden. In onze eeuw heeft de invloed van Amerikaanse pop natuurlijk wel een flinke bres geslagen in de populariteit van krontjong, maar deze muziek hoort bij Indonesië als gado-gado en wajangpoppen. En bij Den Haag natuurlijk, waar deze muziek zal klinken zolang er Indische restaurants en pasarmalams zijn.