Genres: Classicisme | Strijkkwartet
Componisten/uitvoerenden: Hans Werner Henze | Karlheinz Stockhausen | Ludwig van Beethoven | Paul Hindemith | Wolfgang Amadeus Mozart
Opnametechniek: Kees Bijl
Een strijkkwartet dat een recital geeft, heeft ruim de keus. Wat ga je spelen?
Er is de afgelopen tweehonderdvijftig jaar zoveel goede muziek geschreven voor twee violen, altviool en bas, dat het verdomd moeilijk kan zijn om daaruit te kiezen. Het Orlando Kwartet kiest hier uit Mozart, Beethoven en Henze.
De eerste twee kent u, dus we beginnen met Hans Werner Henze. Deze Duitse componist (1926-2012) is niet onder één hoedje te vangen. Hij was van dezelfde generatie als Stockhausen, maar de harde avant-garde lag hem niet. Hij wilde de Duitse traditie van strijkkwartetten en symfonieën niet overboord gooien. Tegelijk klinkt zijn werk onmiskenbaar modern; zachte avant-garde zouden we kunnen zeggen. Zijn Eerste strijkkwartet schreef Henze in 1947, het jaar waarin hij eenentwintig werd. Een eigen stijl heeft hij nog niet bereikt; het werk ademt de geest uit van het neoclassicisme, van Hindemith.
Mozarts Strijkkwartet nr. 20, het Hoffmeisterkwartet, staat tussen de Haydn-kwartetten en de Pruisische kwartetten in. Het maakt geen deel uit van een serie en dat is ook geen punt, want het werk kan prima op zichzelf staan. Van het begin tot het eind hoor je hoezeer deze vorm de componist lag, hoe hij speelt met de bezetting, de vorm, de klank, hoe hij altijd méér doet dan onze oren van hem verwachten.
Beethovens Strijkkwartet nr. 7, het eerste van de drie Rasumowsky-kwartetten, is zeker zo geniaal en extreem invloedrijk. Het kwartet begint met een groots opgezet eerste deel – mensen hebben dit kwartet het “Eroica onder de strijkkwartetten” genoemd – en eindigt met een “Russisch thema” dat Beethoven erin verwerkte om het chauvinisme van zijn patroon, prins Rasumowsky, aan te spreken.